Afgelopen zaterdag gaf ik een dansmeditatie aan een nieuwe groep. De reacties waren uiteenlopend. Veel positief, en hier en daar ging het ook wat moeizaam.
Het kan heel ongemakkelijk zijn om te vertragen. Want dan gaan we van alles voelen wat onprettig kan zijn. Het kan bijvoorbeeld saai zijn; “In een workshop moet er toch iets gebeuren?! Ik kom hier voor een ervaring!”
Mijn dansmeditaties hebben o.a. als doel om te gaan voelen en volgen wat het lichaam wil. Maar die schakeling maak je niet zomaar.
Als je de hele dag je lichaam rond commandeert, dan is het niet makkelijk om ineens te gaan luisteren naar je lichaam, laat staan het te volgen. Rond commanderen klinkt wat extreem. Meestal hebben we het idee dat we best wel lief zijn voor ons lijf, maar toch bewegen we volgens bepaalde geaccepteerde structuren, en houden we onze natuurlijke impulsen tegen.
Op zich is hier niet altijd iets mis mee: in de supermarkt op de grond gaan liggen omdat je daar behoefte aan hebt is niet heel praktisch.
Het lichaam volgen zijn we niet gewend. Daarom moeten we vaak even door een ‘niet-weten’ en een ‘niet-voelen’ heen. Even wachten. Tot er een impuls ontstaat. Of misschien geeneens een impuls maar een vage behoefte, van iets openen, of iets sluiten. Zodra je die behoefte volgt, wordt de stem van je lichaam weer iets duidelijker.
Ik bied geen quick fix of intense ervaring op bestelling.
Wel bied ik tools om te zakken in het lichaam, handvaten om het met geduld te behandelen.
En dit kan ongelofelijk wonderlijk werken. Dagelijkse spanning kan zich ontrafelen, dingen kunnen op zijn plek vallen. Daarnaast is het lichaam volgen gewoon heel prettig; hoe meer je het volgt, hoe meer je ontspant. En zodra je ontspant komt ook je natuurlijke gevoeligheid weer meer tot leven. Het leven kan je gaan ontroeren, want er is weer ruimte voor.